Tags

, , , , , , , , ,

Voortaan heet je Lieneke en Brieven aan Lieneke

“Ik was alleen, alleen en verdrietig. Ik hoorde niets meer van de anderen en ik had niemand om mee te praten. Op school was ik te verlegen om vriendjes te maken en mijn enige maatje was de grote hond in huis, die altijd bij de kachel lag en tussen wiens poten ik me al dromend nestelde. Niets leek mijn verdriet te kunnen verzachten, tot er op een dag een heel klein boekje werd bezorgd. ‘Het komt van je vader,’ werd er gezegd. Een koerier van het verzet had het in een envelop afgegeven. Ik opende het schriftje, dat gevuld was met vaders prachtige tekeningen, zijn grapjes, en bovenal, met nieuws over de familie, dat hij had opgeschreven zonder namen te noemen, want dat was te gevaarlijk geweest.”

Stel je voor: je bent zes jaar oud en de oorlog breekt uit. Je bent Joods en als Jood ben je anders dan de anderen: er moet een grote gele ster op je kleding genaaid zitten, je mag niet meer werken en ook in het donker de straat niet meer op. Bovendien gaat het gerucht dat de Duitsers Joden oppakken en hen naar kampen brengen, vernietigings- of dodenkampen. Je vader besluit dat je moet onderduiken. En vanaf dat moment wordt alles anders. Je leventje lijkt in niets meer op wat het was. Je krijgt een andere naam, je moet je identiteit verborgen houden en je moet je houden aan een lijst van dingen die je niet mag zeggen en niet mag doen. Je wordt door je vader van de ene naar de andere plek gebracht en je weet niet waar je zieke moeder is. Drie gezinnen bieden je onderdak en uiteindelijk word je zelfs van je zus gescheiden en kom je helemaal alleen in een nieuw gastgezin terecht. Je hoort bombardementen, je weet niets van je familie en je bent doodsbang.

’n Praatje met Lieneke

Maar op een dag wordt er een boekje bezorgd. Er wordt je verteld dat het van je vader komt. Als je het boekje opent, vind je prachtige tekeningen van je vader en nieuws over je familie. Wat zou dat met je doen? Kan je je dat voorstellen?

Een bladzijde uit ’n Praatje met Lieneke

Voortaan heet je Lieneke

Voortaan heet je Lieneke

In het boek ‘Voortaan heet je Lieneke’ lees je een verhaal over een Joods meisje dat moet onderduiken. Na een zwerftocht langs verschillende adressen komt ze terecht bij dokter Kohly en zijn vrouw. Daar krijgt ze voor het eerst een brief van haar vader. In de periode daarna ontvangt ze eens per maand zo’n bijzonder poststuk tot het na negen maanden stopt omdat het te gevaarlijk werd. De vader van Lieneke illustreert de brieven en maakt er kleurige, kleine boekjes van die het verzet op het adres van Lieneke bezorgt. Er gold wel een strenge regel: nadat ze het gelezen had moest ze het meteen weer aan haar gastouders geven, zodat die het konden vernietigen. Het was te gevaarlijk om zulke verdachte papieren in huis te hebben.

Een dag lang droeg ik mijn kostbare schriftje bij me, raakte ik het alsmaar aan en bekeek ik het steeds weer opnieuw. ‘Mijn vader heeft dit allemaal voor mij getekend en opgeschreven, speciaal voor mij!’ dacht ik. En dan leek het alsof hij me eventjes vasthield. Ik was niet meer alleen. Ik was verbonden met de rest van het gezin, de rest van de vrije wereld, via die brieven in boekvorm.

Van het citaat hierboven kreeg ik fijne kriebels en kippenvel tegelijk! Dit is nou de magie, kracht én noodzaak van post! Ben je benieuwd naar het hele verhaal van Lieneke? Je kan het boek bijvoorbeeld hier bestellen.

Brieven aan Lieneke

Brieven aan Lieneke

Naast ‘Voortaan heet je Lieneke’ bestaat er ook een uitgave met als titel ‘Brieven aan Lieneke’. Voor deze bijzondere uitgave zijn de boekjes nagemaakt en samengebracht in een mooi doosje. In het doosje zitten in totaal tien kleine boekjes. Negen kleine boekjes met de brieven aan Lieneke en een boekje met een korte geschiedenis over Lieneke. Nu vraag je je vast af hoe het kan dat die boekjes nog steeds bestaan, terwijl ze eigenlijk vernietigd hadden moeten worden?

Inhoud speciale uitgave: tien kleine boekjes

De schriftjes die ik voorgoed verloren waande, kreeg ik aan het eind van de oorlog terug van mijn laatste gastouders, het stel dat me een standje gaf toen ik had geweigerd varkenstong te eten. ‘Ze waren te mooi om te verbranden,’ vertrouwden deze mensen, die tot de bevrijding voor me hadden gezorgd, me toe. ‘We konden het niet over ons hart verkrijgen.’ ‘Te mooi om te verbranden’: die zin staat in mijn geheugen gegrift. Die zin is door de tijd heen met Lienekes schriftjes, míjn schriftjes, die jullie nu voor je zien, verbonden gebleven.

‘Brieven aan Lieneke’ kan je ook hier bestellen.

De originele boekjes zijn overgedragen aan Yad Layeled, een museum in Israël. Op de website van dit museum vond ik een klein fotootje van één van de originele boekjes. Ben je er nieuwsgierig naar? Klik dan hier.

Dit blog heb ik te danken aan Hans. Hij vertelde me over deze boeken en leende ze aan me uit. Heel hartelijk bedankt, Hans! Ik vind ze práchtig!

Heb jij deze boeken gelezen? Of ga je er na het lezen van dit blog naar op zoek? Dan ben ik benieuwd: wat doet dit verhaal met jou?

Lieve groetjes,

Nienke