Naar aanleiding van het boek ‘Hier zijn geen woorden voor’ schrijf ik een blogserie over wat je kunt zeggen en doen als het leven angstaanjagend, afschuwelijk en oneerlijk is voor de mensen van wie je houdt. Het boek is gebaseerd op drie manieren waarop je er voor iemand kunt zijn. In het vorige blog vertelde ik over de eerste manier: een vriendelijk woord. Dit blog gaat over: een luisterend oor.
EEN LUISTEREND OOR
De tweede manier waarop je er voor iemand kunt zijn is: een luisterend oor bieden. De beste manier om een gesprek te hebben met iemand die het moeilijk heeft, is namelijk niet praten maar luisteren. In dit hoofdstuk leer je over de verschillende manieren van luisteren en het tweede, kleinere, maar moeilijke onderdeel van een conversatie: praten.
JE KUNT HET PROBLEEM NIET OPLOSSEN
Als iemand die ons na aan het hart ligt iets verdrietigs meemaakt, is onze eerste neiging vaak te helpen het probleem op te lossen. In het vorige blog van deze serie heb ik het al gehad over onze verdedigingsmechanismen; de manieren waarop ons brein ons beschermt tegen psychologische pijn. Het is dan ook een instinctieve reactie om iets te willen zeggen – wat dan ook – in de hoop dat het de situatie verbetert. Helpen het probleem op te lossen werkt meestal goed als iemand zijn IPhone verliest, het werkt echter niet echt als iemand een groot verlies meemaakt.
Groot verlies MEEMAKEN
Bij verlies meemaken of rouwen denk je misschien automatisch aan sterven, maar er zijn nog veel meer verliessituaties die je heel verdrietig kunnen maken. Daarvoor citeer ik Manu Keirse uit Helpen bij verlies en verdriet.
Sommige verliezen zijn subtieler, minder sociaal erkend, meer verborgen. Een relatie die afbreekt. Echtscheiding of mensen die een leven lang blijven hangen in een verziekte relatie. Kinderen en ouders die geen contact meer hebben. Grootouders die hun kleinkinderen niet meer zien. Mensen die elkaar verliezen door voortschrijdende dementie. De diagnose van een levensbedreigende ziekte. Leven met een verlies dat nooit eindigt, zoals een gezinslid met een psychische ziekte, een partner die verslaafd is aan drugs of alcohol of een kind met blijvende beperkingen. Je werk verliezen of een permanent gebrek aan waardering en gespannen relaties op het werk. Je woning moeten verlaten om in een woonzorgcentrum te gaan wonen. Dat zijn allemaal verliezen die niet per se als verliezen worden gezien. Als je denkt aan verlies, denk je misschien automatisch aan iets of iemand die je verliest in je uiterlijke wereld. Maar er zijn ook verliezen die intern zijn, waarbij er iets sterft binnen in je. Het verandert je zelfbeeld. Je rouwt om iets dat je nooit hebt kunnen integreren, omdat je het nooit hebt mogen uiten of omdat het door anderen nooit als een rouwproces is gezien.
Empatisch luisteren
Stil zijn en de ander laten praten tot hij of zij uitgepraat is, is voor een groot deel waar goed luisteren om draait. Dit wordt emphatisch luisteren genoemd. Onderzoek toont aan dat emphatisch luisteren de meest waardevolle manier van luisteren is.
Emphatisch luisteren schept een band, creëert vertrouwen en moedigt mensen aan zich echt bloot te geven. Het helpt ons emotioneel op dezelfde golflengte te zitten met hoe iemand zich voelt.
Er zijn twee secundaire manieren om te luisteren die we nodig zouden kunnen hebben als we iemand steunen: feiten onderzoekend luisteren en kritisch luisteren. Wees hier altijd heel voorzichtig mee! Mensen willen vaak liever hun verhaal kwijt dan dat ze op zoek zijn naar een bepaalde reactie.
IK WEET HOE JE JE VOELT
‘Ik weet hoe je je voelt’ is een gewone uitdrukking die we gebruiken om iemand zich beter te laten voelen. En tenzij iemand ons iets anders leert, is dit een van die standaard ‘dit-is-wat-je-geacht-wordt-te-zeggen’-antwoorden. We groeien hiermee op en we denken dat dit waar en nuttig is. Maar geen enkele ervaring is te vergelijken met een andere. Elke gebeurtenis, op elk moment, voor elk individu kan een heleboel verschillende emoties met zich meebrengen. En zelfs als je iets soortgelijks hebt meegemaakt, weet je niet wat de ander voelt, totdat je het echt vraagt. Daarmee komen we bij het kleinere, maar moeilijke deel van een conversatie: praten. En dat begint met twee heel eenvoudige principes van ondersteunende communicatie:
- jij kunt het probleem niet oplossen
- jij zult nooit weten hoe de ander zich voelt.
Gespreksopeners
Wat voelt iemand waar je om geeft dan echt? Vraag het! Je kan bijvoorbeeld vragen ‘Hoe gaat het met je?’. De meeste mensen – zelfs degenen die geen behoefte hebben om eerlijk te antwoorden – zullen dit waarderen. ‘Hoe gaat het met je?’ is een manier om een gesprek te beginnen, om interesse te tonen, maar er zijn ook momenten waarop je kunt aannemen dat dat deze vraag de persoon in kwestie woest maakt. Dat geldt vooral als de persoon aan wie je de vraag stelt duidelijk radeloos is, of nog in een crisis verkeert, of in de eerste paar dagen of weken na een grote tragedie. Deze vraag op zo’n moment stellen lijkt te suggereren dat iemand zich anders dan verschrikkelijk zou kunnen voelen, en dat is niet bepaald een troost voor iemand in nood.
De eenvoudige vraag ‘Hoe gaat het met je?’ gebruik ik zelf regelmatig, maar weet uit ervaring dat het als een overweldigende vraag kan voelen. Het boek geeft als tip om het woord ‘vandaag’ of ‘nu’ aan je vraag toe te voegen. Daarmee erken je dat je begrijpt dat het leven van iemand moeilijk kan zijn en je geen oppervlakkig antwoord verwacht. Daarnaast geef je iemand meer ruimte om verschillende gevoelens en invalshoeken te uiten, die per moment kunnen verschillen.
Iedereen verwerkt een trauma op zijn eigen manier en niet iedereen vindt het fijn om over zijn gevoelens te praten. Bovendien weet je niet wat er verder gebeurt in iemands leven. Iemand kan er schoon genoeg van hebben om vragen te beantwoorden of er geen ruimte voor voelen omdat hij of zij zich niet lekker of uitgeput voelt. Vanuit mijn eigen ervaring als mantelzorger weet ik hoe moeilijk dat kan zijn. Ik waardeer de interesse die mensen tonen met zo’n vraag, maar kan een ander antwoord dan ‘goed’ niet altijd opbrengen. Bijvoorbeeld op momenten dat ik de deur uitga om even ergens anders mee bezig te kunnen zijn. En weet je dat het me in sommige situaties wel vijf keer kort naar elkaar wordt gevraagd? Het zou een dagtaak worden als ik daar iedere keer antwoord op geef. Maar het boek belicht ook een andere kant. Namelijk dat mensen soms denken dat je het echte verhaal niet wilt horen. Een andere vraag die je kunt stellen om duidelijk te maken dat je echt in iemand bent geïnteresseerd is bijvoorbeeld ‘Hoe is dat voor jou?’ of ‘Wat doet dat met jou?’ Het boek tipt om hiermee te oefenen. Het zijn mooie vragen omdat ze mensen meer speling geven om te antwoorden.
Stuur een kaartje
Waar en wanneer is belangrijk als je met iemand in gesprek gaat. Probeer daar rekening mee te houden. Vraag bijvoorbeeld niet hoe het met iemand gaat, tenzij je er klaar voor bent een echt antwoord te krijgen. En het is ook geen goed idee om ernaar te vragen als je op gehoorsafstand bent van mensen die niks met het gesprek te maken hebben. Om erachter te komen wat wel een goed moment is, kan je dat vragen. Vraag bijvoorbeeld ‘Wat is een goed moment?’. Ik gebruik zelf graag ‘Wil je er nu iets over delen?’. Of zet een eerste stap door een kop koffie of een lunch voor te stellen. En je kunt natuurlijk ook een e-mail of een kaart sturen! De kracht van post of het geschreven woord komt ook hier van pas.
Gezien het feit dat zoveel van onze moderne communicatie via elektronische weg verloopt, voelt het krijgen van een kaartje – je weet wel, zo eentje van papier die in een envelop zit met een postzegel enzo aan de buitenkant – tegenwoordig alsof iemand echt extra moeite heeft gedaan. Anders dan bij een appje of een tweet, kun je een kaartje ergens neerzetten om je eraan te herinneren dat iemand aan je heeft gedacht. Velen van ons bewaren kaarten jarenlang, of ons hele leven, en lezen ze elke keer als we onze spullen verplaatsen. Nog beter is dat kaarten uitstekend werk doen om je te helpen de juiste woorden te vinden als je moeite hebt met bedenken wat je moet zeggen. Als je de tijd kunt vinden om een kaartje te sturen, doe dat dan vooral. Ga de uitdaging aan, koop een postzegel – weet je nog wat dat is? – en zoek iemands fysieke adres op. Waar een wil is, is een weg.
Nog een waardevolle tip uit dit boek: ‘In de ideale wereld zou je iemand die rouwt niet om zijn adres vragen. Je kunt je toevlucht nemen tot toch ernaar vragen als dat nodig is – het is geen halszaak – maar probeer eerst het adres op een andere manier te achterhalen.’
Luister naar elkaars verhalen
Er met authenticiteit en kwetsbaarheid voor elkaar zijn – en elkaar in moeilijke perioden in het leven blijven steunen – is wat ons het diepst met elkaar verbindt. Als we leren op deze manier contact te maken, kweken we intieme en blijvende relaties. Uiteindelijk zullen de momenten van verdriet en angst die we samen meemaken ook de momenten zijn die we het meest koesteren. Dat geldt zowel voor de gevers als voor de ontvangers. Leren er voor iemand te zijn is soms eng, maar het is de tijdelijke angst en het tijdelijk ongemak waard, echt waar!
Door onze verhalen met elkaar te delen, kunnen we samen groeien. We kunnen zoveel leren van elkaar! Een van de tips uit het boek is om te oefenen met de vraag ‘Hoe is dat voor jou?’. Tot slot wil ik je vragen die tip te onthouden en toe te passen als zich een geschikte situatie voordoet. En ik hoor ook graag wat dat met jou doet!
Liefs,
Nienke
Cornelis said:
Waarom komen sommige dingen op het juiste moment om de hoek?
Omdat het zo bedoeld was, denk ik dan maar.
Sinds een korte tijd verwikkeld in een “zie je wel, ik had je gewaarschuwd” conversatie.
Nu ga ik hier niet alle ins en outs neerschrijven, maar het betrof in de basis
een optie tot een relatie waarbij, aan de andere zijde nog wat hobbels te overwinnen waren.
Uren en dagen gesproken over oorzaken, pijnen en onoverwonnen trauma’s
maar wel overtuigd dat ik de ware zou zijn.
Geen hulp werd gezocht of geaccepteerd, behalve door onze gesprekken.
Duidelijk aangegeven dat ik hierin wegwijzer kan zijn, maar geen oplossing kan geven.
Een nog veel langer verhaal kort.
Ik wil graag mijn helpende hand bieden aan mensen om wie ik geef, maar
tot hoe ver ga je, als blijkt dat er geen échte stappen gezet worden en hierdoor
ziet gebeuren dat dingen fout dreigen te gaan?
postfabriek said:
Heel hartelijk dank voor deze uitgebreide reactie en het delen van jouw beleving, Cornelis. Mooi en herkenbaar dat je je min of meer afvraagt waarom sommige dingen op een juist moment om de hoek komen. Je schrijft het zelf al: ‘omdat het zo bedoeld was, denk ik dan maar.’ Dat geloof ik ook. Dit boek kwam voor mij op precies zo’n soort moment om de hoek. Dat is ook een reden geweest om erover te schrijven.
Weet niet goed wat te zeggen over de conversatie die je beschrijft, behalve dat ik het fijn vind dat je dit deelt. En dat je mooie woorden gebruikt om het te beschrijven… een mogelijke wegwijzer zijn… zo waar ook! ‘That’s all any of us can do’, he?
En ja, die grens vinden (of aangeven) is een pittige, he? Daar worstel ik ook regelmatig mee. Ruimte en vrijheid vind ik persoonlijk heel heel belangrijk, maar weet uit ervaring dat sommige situaties en/of mensen wel dat beetje extra nodig hebben. Zo wordt in het boek beschreven dat de een echt geen behoefte heeft om over emoties te praten. Maar dat de ander niemand tot last wil zijn en zich zonder doorvragen niet gezien voelt. Hoe herken je dat dan?
Je klinkt als een heel betrokken iemand en ik vertrouw erop dat je vanuit je empatisch vermogen uiteindelijk weet/voelt wat je ‘moet’ doen. Dankjewel voor het delen.
Hartelijke groet,
Nienke
postfabriek said:
Vooral het laatste stukje van je reactie, doet me denken aan iets dat iemand ooit tegen mij zei. Hij zei: ‘Lief zijn voor jezelf en vertrouw op je eigen wéten.’ Dat kwam nog even in mijn gedachte pop-uppen. En stuur ik nog even na.
Pingback: Hier zijn geen woorden voor - Postfabriek
Pingback: Verlieskunst - Postfabriek
Pingback: Een klein gebaar maakt een groot verschil - Postfabriek