Tags

,

In de nieuwe blogserie Meeleesbrieven schrijven Nienke en Kim elkaar digitale brieven. En jij mag meelezen!

In de nieuwe blogserie Meeleesbrieven schrijven Nienke en Kim elkaar digitale brieven. Jij, als postfabrieklezer, mag meelezen. De aanleiding voor de blogserie lees je bij de eerste brief; hier. Wil je alle brieven lezen? Kijk dan hier.

Hengelo, dinsdag 7 juli

Lieve lieve Kim,

Dankjewel voor je heerlijke brief! Het voelde grappig om te ontdekken dat jouw brief al door anderen was geopend voordat ik zelf de inhoud had gezien. Ik was die dag in de tuin aan het werk en zag daardoor de melding pas op een later moment. Tegen de tijd dat ik je brief vond en opende, was er zelfs al door iemand anders op gereageerd. Daarbij zag ik voor me hoe verschillende mensen op verschillende plekken bijna tegelijkertijd dezelfde brief zaten te lezen en dat maakte me heel nieuwsgierig: wat zouden jouw woorden met hen hebben gedaan? Voor mij waren jouw woorden, zoals wij dat noemen, boemboemBAM. Je opende je brief door te vertellen dat je woorden verstopt zaten; heel 2020 schreef je geen blogs en misschien een handjevol brieven. Elke keer dat je ervoor ging zitten, waren de woorden onvindbaar. Precies zo voelde ik mij de laatste weken. En niet alleen mijn woorden waren onvindbaar, ik voelde me helemaal een beetje verdwaald. Het voelde alsof jij, door woorden te geven aan jouw gevoel en daarmee een deurtje in jou opende, je ook woorden gaf aan mijn gevoel en er in mij ook een deurtje openging. Al lezend werd er iets aangeraakt en opgewarmd, waardoor mijn woorden weer verschenen en ik stond te popelen om ze te gebruiken voor een brief aan jou (en alle meelezende ogen). Het gevoel verdwaald te zijn ebde ook weg en ik pakte de draad weer op.

Zo fijn als ik het vind om herkenning te vinden en te weten dat ik niet de enige ben, zo raakt het me op een andere manier om te lezen dat het plezier in schrijven verstopt zat, dat je vertrouwen verdween, je het hart minder goed kon horen en dat je energie er ook nog vandoor ging. Het klinkt alsof je vuurtje bijna was gedoofd… voelde dat ook zo? En hoe voelt je vuurtje nu?

Doet me goed te lezen dat het schrijven van een brief aan mij niet onderdeel was van het moeten, maar van heel graag willen. Ik wil deze brief ook heel graag aan jou schrijven. En zoals jij al schrijvend een beetje bij mij was, ben ik nu een beetje bij jou. Je schrijft dat wij allebei het avontuur in het klein zoeken en aan dat ogenschijnlijk kleine avontuur denk ik ook als ik jouw brieven lees. De woorden vormen samen een poort naar andere werelden, plaatsen, naar jouw leven en jouw hoofd. Via je brief ga ik daar naar binnen. Soms nemen je woorden me mee naar een avontuur dat jij beleeft, andere keren nemen ze me mee naar een plek waar we samen onze puzzelstukjes bij elkaar leggen. Ik zie dan voor me hoe je ogen groter woorden, lichtjes krijgen, en hoe je neus daarbij een beetje krult. En voel mijn eigen hart gloeien en harder kloppen, heerlijk! Samen op harts-tocht zonder ons lichaam te hoeven verplaatsen. De manier waarop je schrijft, spreekt tot de verbeelding. Is dat wat je bedoelt met “als je het schrijven op dezelfde manier aanpakt”?

In je meest recente, digitale brief nam je me mee naar die enorme beuk waar je inklom. Al lezend klom ik met je mee en deed dat in dezelfde snelheid waarin jij naar boven ging. En ik vraag me af hoe het eruit had gezien als jij die blinddoek niet om had gehad. Ik herinner me de keren dat ik tijdens een wandeling over een smalle stoeprand balanceerde. Dat balanceren gaat me goed af zolang ik vooruit kijk en vertrouw op mijn eigen kunnen. Maar zodra ik ga nadenken over de stappen die ik zet en naar mijn voeten kijk, verlies ik mijn evenwicht. Ik herinner me daarnaast gesprekken waarbij iets vergelijkbaars gebeurt; waarbij ik openhartig ben, mezelf kwetsbaar opstel en achteraf ineens door een gevoel van schaamte overspoeld wordt. Zou de twijfel of onzekerheid voor dat duizelige gevoel hebben gezorgd? Of ging je zo hard dat je hoofd het niet kon bijhouden en was je je gevoel van oriëntatie even kwijt? Wat maakte dat je ineens langzamer wilde gaan? Je schrijft dat het tekenend is voor jou, voor waar je nu bent. Dat je veel meer durft te vertrouwen en vervolgens te hard gaat. En je vraagt je af of ik daar niet eens iets over had gezegd. Bedoel je de vergelijking met een sportwagen misschien? Dat je je nieuwe vaardigheden nog niet helemaal beheerst en dat het voelt alsof je ineens in een snellere auto rijdt waarmee je bijna uit de bocht vliegt?

Wat een geweldige plek trouwens om een gesprek te hebben: bovenin een enorme beuk. En mooi om te lezen hoe je letterlijk een ander perspectief op de wereld had. Ja, deze gekke tijd brengt inderdaad al nieuwe perspectieven met zich mee. Dat herken ik zeker. Jij zag de wereld even vanuit een hoge boom, ik zie de wereld vanuit beperkte ruimte. Het grootste deel van Nederland lijkt het leven weer op te pakken nu de maatregelen versoepelen. Bij ons thuis zijn de maatregelen nog aan de orde van de dag. Ik verlang enorm naar onbezorgd erop uitgaan en dat verlangen is er al langer dan de Corona-crisis gaande is. Mijn leven lijkt bijna stil te staan en toch ook weer niet. Want vanuit die stilstand zie ik dingen anders. Het doet me denken aan een paar zinnen uit De onzichtbare jongen van Bernlef: ‘De wereld leek alleen vanzelfsprekend als je er net als anderen met een bepaalde snelheid, zestien deeltjes per seconde, doorheen liep. Ik had nooit beseft hoe snelheid de waarheid beïnvloedt, hoe dicht je bij de wereld komt zoals die echt is als je erin stilstaat, als een boom.’

Wist je trouwens dat we niet de enigen zijn die herinneringen ophaalden aan Max en de Maximonsters? Ik begon erover in mijn brief van 17 juni jl. en een paar dagen later stuurde mijn moeder een foto van een pagina uit de weekendbijlage van de krant. In de rubriek Schrijver leest vertelde Paul van Loon dat dit boek zijn leven heeft veranderd. Hij ontdekte het op de kunstacademie in Den Bosch. Hij deed de richting illustratie, maar wist niet goed wat hij wilde totdat hij ‘dit fantastisch mooie boek’ zag. Daarbij gebeurde er ongeveer hetzelfde als bij het ontvangen van jouw meeleesbrief. Toen ik dat las, vroeg ik me af: zouden we tegelijkertijd in onze gedachten het land van de Maximonsters hebben bezocht?

Je sloot je brief met een hele mooie vraag af: wat was de laatste keer dat jij bij jezelf merkte dat er iets veranderd is in wie je bent, wat je kunt en wat je durft. Dat soort veranderingen merk ik meestal op in een situatie zoals jij beschreef. Bijvoorbeeld de keer dat ik met Soja in de bakfiets op een smal weggetje reed en ik ineens voelde dat ik me niet liet wegjagen. De afgelopen weken leken alle dagen een beetje hetzelfde en hebben dat soort situaties zich niet voorgedaan. Wel valt me op dat ik veerkrachtiger ben dan ik dacht. Zo vaak als ik heb gedacht dat ik het vele thuis zitten niet meer vol kon houden, zo vaak vond ik toch de kracht om door te gaan of manieren om het makkelijker te maken. En ik geloof dat het te maken heeft met duidelijke grenzen stellen waarbinnen ik me vrij kan voelen. Dat voelde ik heel duidelijk toen ik op een dag gék werd van de herrie in de straat en niet naar een andere plek kon om te gaan schrijven. Ik ging op bed liggen, maar zelfs met het raam dicht hoorde ik de klussende, bellende en gamende buren. Toen pakte ik mijn telefoon en koptelefoon en klikte een willekeurige video op YouTube aan. Het was een geleide meditatie die Sanny Verhoeven maakte voor haar zesdelige videoserie Sanny brengt rust. Bij een specifiek stukje werd ik herinnerd aan dat wat ik ook op dat smalle weggetje had gevoeld. Daarin vraagt Sanny je naar je lichaam en je energieveld te kijken en of je die wat meer ruimte en adem kunt geven. Op dat moment voelde ik hoe klein ik me had gemaakt en hoe krap dat voelde. Ik had geprobeerd om me in de ruimte te proppen die over was en dát had voor een enorm gevoel van ongemak gezorgd. Op het moment dat ik me dat realiseerde, voelde ik me al beter. Het was een leerzame rotdag, haha! En nu ben ik benieuwd: wat was de laatste keer dat jij duidelijke grenzen stelde?

Heel veel liefs,

Nienke