Tags

, , , , , , , , , , , , ,

Een setje Verlieskaarten van Verlieskunst. Dit zijn zes van de twaalf kaarten die nu verkrijgbaar zijn.
Zes van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst

Heb jij ook weleens in een kaartenwinkel gestaan om een condoleancekaart voor iemand te kopen om vervolgens gefrustreerd te worden van het beperkte aanbod? Kaarten ‘Met oprechte deelneming’ zijn heel afstandelijk en de afbeeldingen cliché en ouderwets. Een gemiste kans om écht troost te bieden. Dat kan anders, dachten Marlon en Babet. Samen zijn zij op een missie om een nieuwe beeldtaal te creëren voor verlies. Dat doen ze onder andere door middel van Verlieskaarten. In mijn vorige blog kon je over Verlieskunst en de Verlieskaarten lezen, in dit blog laat ik zes verschillende kaarten zien en gebruik ze om je te vertellen over het belang van ruimte voor verlies en rouw.

Woordendeken

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst op de kaart is van Babet te Winkel, de illustratie van Aida de Jong.
Tekst: Babet te Winkel Illustratie: Aida de Jong

Het is inmiddels ruim vijf jaar geleden dat mijn vader overleed. Hij overleed in de nacht van vrijdag op zaterdag. Ik herinner me nog goed dat ik meer dan ooit naar post verlangde en hoe leeg het voelde, omdat er in het weekend geen post bezorgd wordt. In de dagen erna kreeg ik een heleboel kaarten en dat vond ik op dat moment de allerfijnste vorm van troost. Ik heb toen zelfs een speciale doos gekocht om de kaarten in te bewaren, zodat ik de liefdevolle woorden erbij kon pakken als ik ze nodig had. De kaarten vormden samen een deken van troost.

Het was de eerste keer dat ik de dood van zo dichtbij meemaakte en ik heb me enorm verbaasd over de manier waarop wij ermee omgaan. In de tijd waarin ik liefde en steun het hardst nodig had, voelde ik me vooral vaak onbegrepen. De formele, afstandelijke manier waarop er met de dood wordt omgegaan, maakte het nóg pijnlijker dan het al was. De traditionele condoleancekaart vind ik daar hét voorbeeld van. Ik ben iedereen die mij iets persoonlijks stuurde dan ook enorm dankbaar. Zij maakten een verschil.

Tip! Mignon Nusteling heeft sinds het voorjaar van 2020 een eigen podcast die te beluisteren is via alle bekende podcastapps en gratis via Anchor.fm. In het eerste seizoen leest ze voor uit haar nooit uitgegeven manuscript ‘Wat niemand je vertelt wanneer je vader doodgaat’. Daarin belicht ze de sociaal ongemakkelijkheden die bij rouw en verlies horen. In de tweede aflevering vertelt Mignon hoe haar kennissenkring zich ontpopte tot heuse filosofische poëten en wat zij het liefst terug ziet op een condoleancekaartje.

Als je kopje overstroomt

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst op de kaart is van Babet te Winkel, de illustratie van Marlon Doomen.
Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Marlon Doomen

In een artikel dat ze schreef voor Modern Loss vertelt Babet over een condoleancekaart die een vriendin haar vlak na het overlijden van haar moeder stuurde. Zij schreef: ‘Ik zou willen dat er betere woorden waren in het Nederlands om dit te zeggen, maar die hebben we niet. Dus zeg ik het in het Engels: I’m so sorry for your loss.’ Meteen realiseerde Babet zich dat ze een punt had. In het Nederlands bestaat niet iets vergelijkbaars. ‘Sterkte’ is wat we in het Nederlands zeggen om elkaar kracht te wensen als er iets moeilijks is gebeurd. We wensen elkaar nooit de zachtheid of openheid om het allemaal te kunnen ervaren. ‘Sterk zijn is een deugd.’ ‘Rationeel zijn is een kwaliteit.’ ‘De controle hebben getuigt van kracht.’ Met zulke standaarden in onze maatschappij is het moeilijk om ruimte te creëren voor pijn en rouw.

Omdat er dagen zijn dat het verdriet teveel is om te dragen, dagen dat het gewoon even niet lukt, dagen die niet per se gebonden zijn aan bijzondere ‘jubilea’ momenten, maar ook gewoon die woensdag waarop het net allemaal teveel is.

Verlieskunst

Een van de redenen dat ik over rouw en verlies schrijf, is dat ik het heel belangrijk vind dat hier ruimte voor komt en dat we erover praten. Het is allerminst mijn bedoeling om met een vingertje te wijzen en wil dan ook benadrukken hoe moeilijk het is en hoe ontzettend dom en machteloos je je kunt voelen als je met de pijn van een ander wordt geconfronteerd. We hebben geleerd woorden als ‘sterkte’ te gebruiken, maar wat zeggen we daar eigenlijk mee?

Rouwende mensen en vrienden en familie die hen probeerden te steunen brachten Megan Devine op het spoor van het probleem: onze cultuur heeft ons simpelweg niet geleerd om rouw te benaderen met de vaardigheden die nodig zijn om werkelijk te helpen. Haar boek Het is oké om je niet oké te voelen wijst je een weg om anders met rouw om te gaan. Ze moedigt lezers aan om rouw te zien als een natuurlijke reactie op dood en verlies, niet als een abnormale toestand die een transformatie nodig heeft. Door de focus van rouw als een probleem dat opgelost moet worden te verleggen naar een ervaring die aandacht nodig heeft. Er zit een groot verschil tussen pijn oplossen en aandacht schenken aan pijn.

Glazen stolp

In Dag voor Dag, een podcast met gewone gesprekken over rouwen en de dood, gaat Liesbeth Rasker in gesprek met mensen die haar zeer dierbaar zijn, en die – net als zij – iemand verloren hebben. De gesprekken gaan over verlies, verdriet, huilen, pijn, doorleven en nog veel meer. In de eerste aflevering legt Liesbeth in het kort haar eigen ervaring met rouw uit. Ze beschrijft bijvoorbeeld het moment waarop ze pas echt wist wat rouwen was. Het is een proces dat echt elke dag anders is en dat je dag voor dag moet nemen. Het is ook iets dat zich niet laat uitleggen aan mensen die het niet zelf hebben meegemaakt en die niet weten hoe het voelt. Het is een hele onwerkelijke situatie en al met al kan je je er best heel erg alleen door voelen. Liesbeth merkte dat praten met gelijkgestemden haar heel erg hielp: ‘Ik was niet langzaam gek aan het woorden, ik was gewoon aan het rouwen.’

Ik heb het weleens vergeleken met dat het voelde alsof ik onder een glazen stolp leefde. Ik kon wel gewoon naar buiten en dingen doen, maar maandenlang voelde het alsof ik maar geen echt contact kon maken. Alsof ik in een soort raar eigen wereldje zat waar ik niet uit kwam. En vanuit waar ik de echte wereld wel zag, maar niet als zodanig ervoer.

Liesbet Rasker

Erkenning

Megan Devine kwam in de eerste jaren na de dood van haar man gaandeweg op het spoor van rouwende mensen. Allerlei verschillende mensen kwamen samen in hun gedeelde ervaring van pijn. ‘Maar het was niet alleen een verlies dat we deelden. Ieder van ons had zich in zijn rouw veroordeeld en terechtgewezen gevoeld, en had zich geschaamd.’ Vooroordelen, kritiek en wegwuivende opmerkingen zijn tijdens een periode van diepe rouw eerder regel dan uitzondering. We gaan ervan uit dat de meeste mensen ‘het goed bedoelen’, maar het verschil tussen hun bedoelingen en de impact van hun woorden is enorm. Clichés en adviezen, hoe goed bedoeld ook, komen over als een afwijzing, omdat een groot verlies daarmee wordt gebagatelliseerd.

Er bestaat pijn in deze wereld waarbij je niet opgevrolijkt kunt worden. Je hebt geen oplossingen nodig. Je hoeft je niet over je verdriet heen te zetten. Je hebt iemand nodig die je verdriet ziet, het erkent.

Megan Devine in ‘Het is oké om je niet oké te voelen’

Rouw is uitputtend. Je hebt niet alleen te maken met de intense pijn van verlies, maar ook met al die kleine dingen die vermeden, verdragen en gepland moeten worden. Je kunt het als buitenstaander niet weten, maar degenen onder ons die in rouw zijn, begrijpen het. Megan creëerde Refuge in Grief om de waarheid over rouw te vertellen, with no sugar coating. Hier kan je terecht als je zelf met een groot verlies te maken krijgt én als je iemand kent die in rouw is. De website is het Engels geschreven, maar ze schreef ook een boek dat in oktober in het Nederlands verschenen is: Het is oké om je niet oké te voelen. Als jij of iemand om je heen met verlies wordt geconfronteerd heb je soms niet de energie en draagkracht om zelf de juiste beelden en woorden te vinden. Het is dan heel fijn om een bron te hebben waar je uit kunt putten.

Omdat je het wel zelf, maar niet alleen hoeft te doen.

Verlieskunst

Anders leren vasthouden

Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Marlon Doomen

Babet stelt in dit essay dat we dringend de behoefte hebben aan een nieuw rouwwoordenboek. Waar ze eerder amper de energie had om al haar nieuwe rouwervaringen te ervaren, laat staan de motivatie om ze te verwoorden, heeft ze nu woorden gegeven aan enkele van haar rouwervaringen. Een van die woorden staat op het kaartje dat je hierboven ziet: anders leren vasthouden. In een verslag van haar zoektocht naar woorden voor haar rouwervaringen vertelt Babet over een vriendin die haar het goedbedoelde advies geeft ‘dat ze het los moet laten’, maar geen antwoord heeft op de vraag hoe ze dat dan moet doen. In het rouwwoordenboek kan je een beschrijving vinden van ‘anders vasthouden’. Toen ik deze woorden las, resoneerde het. Babet omschrijft hiermee niet alleen haar gevoelens en ervaringen, maar ook de mijne. Deze kaart was voor mij een aanleiding om mijn rouwervaringen met dierbaren te delen. Eindelijk had ik een woord voor dat onwerkelijke, onbestemde gevoel en kon ik er iets mee.

Jouw trui

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst is van Babet te Winkel, de illustratie van Aida de Jong.
Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Aida de Jong

De illustratie en woorden op de kaart hierboven zijn zó herkenbaar voor mij. Ik droeg de truien van mijn vader ook na zijn overlijden. Megan schrijft in haar boek: ‘Het bewijs dat hij er was, dat hij leefde, dat hij deel uitmaakte van je leven is belangrijk. Als je leven is ingestort, zijn die tastbaarheden alles voor je.’ Het dragen van mijn vaders trui was een van de rituelen die mij hielp om de liefde voor mijn vader niet los te laten, maar anders vast te houden. Een kaart als deze had ik heel graag op de mat gevonden ná dat traditionele condoleancekaartmoment. Omdat het fijn is om te merken dat anderen hem ook niet zijn vergeten.

Traditionele condoleancekaarten zijn bedoeld voor net na een overlijden. Dan staat onze omgeving ook stil bij het overlijden. Maar na een tijdje gaat het leven weer door. Het is een illustratie van hoe wij in onze samenleving met pijn omgaan. Na de condoleancekaart in de eerste week na het overlijden moet rouw daarna zo snel mogelijk weer opgelost zijn (Heb je het al verwerkt?, zeggen we dan tegen elkaar). Vooral voor het cyclische aspect van rouw en voor onoplosbare pijn lijkt weinig ruimte te zijn.

Babet te Winkel

De rode trui die je op de foto hierboven ziet, was van de oma van mijn vriend. De blauwe trui die je op de foto hieronder ziet, was van mijn vader.

Rouwkost

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst is van Babet te Winkel, de illustratie van Aida de Jong.
Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Aida de Jong

Marieke Verlangen plaatste eind oktober deze foto van een onverwacht poststuk op de Instagram pagina van Zusterhood. Daaronder schreef ze: ‘Een bijzonder soort contact in deze tijd. We kunnen misschien niet zomaar bij elkaar op bezoek, de Zusterhood bijeenkomst gaat waarschijnlijk niet door, maar we kunnen wel dit soort kleine gelukjes naar elkaar blijven versturen. Brieven zijn dan een uitstervende manier van communicatie in de snelle technologische tijd waarin we leven. Maar post is zo’n mooi medium voor verbinding! Een verbinding die fysieker aanvoelt dan een mail of appje, omdat je post kunt vast pakken. Alsof je zegt, ik kan niet langskomen, maar ik leg een stukje van mezelf in jouw brievenbus!’

‘Omdat troost zoveel vormen aan kan nemen’ staat er op het kaartje dat je op de foto hierboven ziet. Dat was voelbaar voor mij in moeilijke tijden. In mijn blog over kleine gebaren die een groot verschil maken vertelde ik over de enorm troostende werking van kleine gebaren. Troost ziet er niet altijd uit als een arm die je om iemand heen slaat. Door op een andere manier te helpen of van je te laten horen, erken je ook wat iemand meemaakt en dat zal echt een verschil voor iemand maken. Troost kan je ook in de vorm van een kaartje bieden. Daarmee leg je een stukje van jezelf in de brievenbus, zoals Marieke dat zo mooi zegt. Maar troost ziet er soms ook uit als een pan soep, zoals op het kaartje hierboven. Het is een zoektocht naar wat troostend kan zijn, misschien nog wel meer in deze Coronatijd. Hieronder lees je wat Babet onder meer in een gastblog schreef voor Wie Troost Mij.

In deze coronatijden komt daar nog eens de vraag bij hoe je er voor iemand kan zijn als je niet fysiek dichtbij mag zijn. Want troost is juist ook heel fysiek en lichamelijk. Hoe fijn is het niet om gewoon met je hoofd op iemands schoot te kunnen liggen, verder niet te praten. Ineens herinner ik me die pan soep voor mijn deur nadat mijn moeder was overleden, jaren geleden. Er vallen wat puzzelstukjes in elkaar: troost kan wel degelijk ook fysiek zijn in deze coronatijden, besef ik. Het is de kunst om dat te zien.

Anticiperende rouw

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst is van Babet te Winkel, de illustratie van Aida de Jong.
Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Aida de Jong

Een paar jaar geleden leerde ik dat je ook kunt rouwen om iemand die nog leeft. De medisch maatschappelijk werkster was bij ons op huisbezoek, hoorde de verhalen van mij en mijn vriend aan en gaf ons er woorden voor. ‘Dat is ook een soort rouw’, zei ze. Ik voelde het niet alleen bij het ziekbed van mijn vader en mijn dementerende oma, maar ook bij mijn partner die een nierziekte heeft. Anticiperende rouw is rouw om het verlies dat nog gaat komen en ook de rouw om iets dat je aan het verliezen bent. Misschien is het voor jou ook fijn om te weten dat er een woord (en een kaartje) voor bestaat. De kaart die je op de foto ziet kun je bijvoorbeeld sturen om te laten weten dat je ze ziet en bij ze bent in dit hele proces.

Ruimte voor verlies

Er gebeuren nare, pijnlijke, verschrikkelijke dingen. Ze horen bij het leven, ze horen bij de wereld waarin we leven. Niet alles komt goed, niet alles gebeurt met een reden. Dan is de enige weg vooruit niet ontkennen dat onherstelbare pijn bestaat, maar die juist te erkennen. Door een cultuur te ontwikkelen die sterk genoeg is om pijn te zien. Door elkaar te steunen in onze pijn. Door ons open te stellen voor het leed van een ander in de wetenschap dat wij de volgende keer aan de beurt zijn.

Megan Devine in ‘ Het is oké om je niet oké te voelen’

Verlieskaarten

Een van de twaalf Verlieskaarten van Verlieskunst. De tekst is van Babet te Winkel, de illustratie van Aida de Jong.
Tekst: Babet te Winkel & Illustratie: Aida de Jong

De Verlieskaarten van Verlieskunst zijn een alternatief voor de traditionele condoleancekaarten. Het zijn kaarten om te troosten, ruimte te geven aan verlies en méér dan alleen sterkte te wensen. Het zijn niet alleen kaarten die je kort na een overlijden kunt sturen – het klassieke condoleancekaartmoment – maar ook als een verlies al langer geleden is en bijvoorbeeld ook als het gaat om andere soorten verlies. Denk aan een relatie die uitgaat, een miskraam en het verlies van gezondheid. Babet en Marlon werken samen met andere illustratoren om een divers palet aan verliestalen te kunnen ontwikkelen. Want wat troost is, kan per persoon en per verlies verschillen. De kaarten zijn een prachtige drager voor een persoonlijke boodschap en een mooie opening voor een gesprek.

Samen bouwen we een wereld die beter in staat is verdriet te dragen en maken we ruimte voor allerlei verliezen – want het leven is er vol van.

Verlieskunst

Meer lezen en luisteren

Wil je meer lezen, luisteren en zien over verlies en rouw? Dan raad ik de volgende documentaire, boeken en podcasts aan:

Als je op de titels van de boeken klikt, ga je automatisch naar bol.com. Daar kun je meer informatie over de titels vinden. Maar vergeet je je lokale boekwinkel niet? Het is altijd goed om kleinere, lokale winkels te steunen.

Liefs,

Nienke