Tags

, , , , , , , , , , , , , , , , ,

Nienke tijdens een van haar wandelingen.

Hoe was 2022 voor jou? Waar denk je aan als je terugkijkt op het bijna afgelopen jaar? Wat heb je gezien, gevoeld, beleefd en geleerd? Voor mij was 2022 een jaar vol grote, ingrijpende gebeurtenissen en kleine dingen die groots voelden. Ik vertel je erover in dit blog. Lees je mee?

2021

Pfoeee! 2022… wat een jaar! Er is zoveel gebeurd dat ik niet goed weet hoe te beginnen. Het is een kluwen; welke draad pak ik op? Om je over mijn 2022 te kunnen vertellen, moet ik je misschien eerst even bijpraten. Laat ik je eerst meenemen door mijn 2021. Mijn persoonlijke blog over 2020 sloot ik af met: ‘2020 was het jaar waarin alles veranderde, het leven nóg krapper voelde en de ruimte schaars was. Gelukkig waren er lichtpuntjes die een weg lieten zien. Een weg naar waar ik (we?) ruimte maken kan.’ Jeetje, ik had geen idee wat me nog te wachten stond. 

We hebben lang niet altijd goede en afgeronde verhalen te vertellen. Soms, vaak, weet je het allemaal niet zo goed. Je zoekt naar helderheid in de chaos van je eigen hoofd en hart. Ons leven overkomt ons vaker dan we willen en neemt onverwachte wendingen waarmee we moeten leren omgaan en leven. En dan moeten we ons verhaal bijstellen, omdat het buiten onze macht om herschreven wordt en onze horizon verlegd is.

Uit: ‘Stevig staan in een kwetsbare wereld’ van Claartje Kruijff

2021

Nienke's 2022: tijdens een van haar wandelingen vond Nienke een torentje van kiezelstenen.
Het torentje van kiezelstenen

Op een dag vond ik in het bos een torentje van kiezelstenen. Iemand had de stenen opgestapeld en achtergelaten. Dit torentje stond niet ver van het bankje waar ik iedere morgen een broodje at. Toen ik de volgende dag naar het bankje wandelde, zag ik dat de bovenste stenen op de grond lagen. Ik heb ze bij elkaar geraapt en opnieuw opgestapeld. De dag daarna lagen álle stenen los van elkaar in het mos. Terwijl ik de stenen een voor een op elkaar stapelde om een nieuwe toren te bouwen, realiseerde ik me dat mijn leven voelde als dat stapeltje stenen. Keer op keer had ik een nieuwe toren gebouwd om de stapel vervolgens weer omgegooid te zien worden.

In moeilijke periodes waarin alles ongewis is, gaat het niet alleen maar om het uitzitten van de omstandigheden, maar ook om omstandigheden die ons van binnenuit kunnen veranderen. En die omstandigheden moeten bij ons aan de binnenkant landen. Tot rust komen. Pas dan zullen we voelen hoe we daarop kunnen reageren. Hoe we met nieuwe en andere snaren bespannen worden.

Uit: ‘Stevig staan in een kwetsbare wereld’ van Claartje Kruijff

Begin 2021 bouwde ik een nieuwe fundering. Binnen de grenzen van de maatregelen en het risico dat het oplopende aantal besmettingen met zich meebracht, maakte ik zoveel mogelijk gebruik van de ruimte die thuisdialyse gaf. Die basis stortte echter in op het moment dat er opnieuw problemen met een dialysekatheter ontstonden. Toen daar de aankondiging van groot onderhoud van onze woning bijkwam, voelde het alsof de bodem onder alles werd weggeslagen. In wat we daarin én eromheen hebben meegemaakt, ben ik mijn hoop en vertrouwen verloren. 

Ik leef met twee soorten vertrouwen. Mijn brein werkt nauw samen met de eerste soort, de tweede soort woont rond mijn middenrif. Twee polen. De bovenste soort is vertrouwen voor alledaags gebruik, maar gaat makkelijk kapot als er een stevig beroep op wordt gedaan. Heel vervelend; je had vertrouwen in iets en dat werd kapotgemaakt door feiten die je niet zag aankomen. Boosheid. Angst. Frustratie. ’Shit! M’n hele vertrouwen is weg!’ De tweede soort vertrouwen houdt zich in het alledaagse wat meer op de achtergrond, maar is niet kapot te krijgen. In het gebruik voelt dit vertrouwen meer als overgave. Ook mooi. Acceptatie dat je soms geen controle hebt over wat er allemaal gebeurt in je leven. Ook al wil je graag dat het anders is. Dat je alleen controle hebt over wat het met je doet, en hoe het verder met je gaat.

Margot van Schayk in ’Ik val niet, ik dans

Toren van verlieservaringen

Op een ochtend voelde ik dat ik dit niet langer kon dragen. Ik had hulp nodig, andere hulp dan er tot nu toe was. Ik heb de huisarts in tranen gebeld en kon meteen terecht. Hij was begripvol, maar verwees me naar hulp die niet passend was. Wat ben ik blij dat ik zelf verder heb gezocht, want ik vond uiteindelijk de fijnste hulp die ik me wensen kan. Tijdens een van de eerste sessies bij deze psychotherapeut bouwde ik ook een toren. Dit keer geen toren van kiezelstenen, maar van Duplo. Ieder blokje stond voor een verlies; voor gestapelde, gestolde rouw. 

Het durven terug naar boven halen van een traumatisch gebeuren, en vervolgens de stekels omzwachtelen, steeds opnieuw, door erover te praten. Dat om te voorkomen dat die stekels je verschrikkelijk verwonden daarbinnen. Ingeslikt verdriet kun je niet zwachtelen. Je moet het verdriet eerst uitbraken, met bloed en al, om er dan al pratend betekenis aan te geven. Bij wijze van spreken, dus.

Dirk De Wachter in ’De kunst van het ongelukkig zijn

Plotwending

Door problemen met zijn dialysekatheter moest mijn vriend opnieuw in het ziekenhuis dialyseren. We dachten dat dit voor eventjes zou zijn, maar het werd verlengd. Na een aantal weken werd duidelijk dat de medicatie die daar werd toegediend onvoldoende was. De onzekerheid groeide. Er werden verschillende mogelijkheden onderzocht, maar het een na het ander viel af tot er eigenlijk niets meer te kiezen was: niertransplantatie bleek de enige optie. Terwijl ons huis werd gerenoveerd, startten onderzoeken die nodig waren om te bepalen of hij voor niertransplantatie in aanmerking kwam. In de laatste maand van 2021 hadden we dan eindelijk gesprekken met het team in Groningen. Daar werden we erop voorbereid dat het heel snel zou gaan, omdat mijn vriend hoog op de lijst stond. Er werd verteld dat hij ieder moment gebeld kon worden vanaf het moment dat hij groen licht kreeg. ‘Mogelijk zien we elkaar volgende week al’, zei de nefroloog. We hebben onze vluchtkoffers ingepakt en wachtten op groen licht. Maar dat groene licht liet langer op zich wachten dan tijdens het gesprek geschetst werd. En mijn vriend werd zieker en zieker.

2022

In het nieuwe jaar werd duidelijk dat er eerst een andere ingreep nodig was om groen licht voor de transplantatie te krijgen. Die ingreep heeft in maart plaatsgevonden. Mijn vriend is daarvoor een paar dagen opgenomen in Groningen. We vonden dit heel spannend, omdat een vergelijkbare ingreep twee jaar daarvoor niet goed verliep. Dat is een traumatische ervaring geweest. Gelukkig is het deze keer soepel gegaan. Wel hoorden we op de dag dat hij uit het ziekenhuis werd ontslagen dat dit het einde van thuisdialyse betekende. Mijn vriend moest vanaf nu weer naar het ziekenhuis om te dialyseren waar hij vervolgens besmet werd met Corona en het groene licht opnieuw werd uitgesteld. 

Mei

Begin mei kreeg hij dan eindelijk groen licht voor transplantatie. Vanaf dit moment konden we ieder moment gebeld worden. Opnieuw werden we erop voorbereid dat het vanaf nu heel snel zou gaan. Hij stond immers vrijwel bovenaan de lijst. Als ik terugdenk aan die weken, voel ik opnieuw de spanning en wanhoop. Mijn vriend werd steeds zieker en had daarbij klachten die we niet konden plaatsen. Daarbij hebben we ons tot het laatste moment zorgen gemaakt over bijkomende dingen, waaronder hele vervelende gesprekken met de verzekering. 

Juni

Op vrijdag 10 juni was mijn vriend op weg naar het ziekenhuis om te dialyseren en ging ik voor het eerst in lange tijd naar de kringloopwinkel ter afleiding. Ik stond met een winkelmandje in mijn armen op de boekenafdeling toen mijn telefoon ging. Mijn hart klopte in mijn keel; zou dit hét moment zijn? Toen ik opnam, kon ik aan de trillende stem van mijn vriend horen dat ons een grote sprong te wachten stond. Hij had zojuist het lang verwachte telefoontje gehad; er was een match! Er was zojuist iemand overleden die we niet kenden. Een vreemde die mijn vriend de mogelijkheid gaf om verder te leven. Er ging van alles door me heen. Ik realiseerde me dat er ergens mensen heel verdrietig moesten zijn en voel(de) diep ontzag en grote dankbaarheid.

Een spannend ritje Groningen. Toen we langs dit bord reden waren we niet ver van een grote sprong.
Op weg naar Groningen

Vanaf zo’n telefoontje heb je ongeveer een uur om je spullen te pakken en moet je zo snel mogelijk naar het ziekenhuis waar de transplantatie gaat plaatsvinden. In ons geval was dat het UMCG. We zijn allebei meteen naar huis gegaan, hebben daar onze tassen gepakt en zijn zo snel mogelijk naar Groningen vertrokken. In het UMCG meldden we ons op de spoedeisende hulp waar nog wat controles zijn gedaan. Daarna zijn we naar de dialyse-afdeling gebracht en heeft mijn vriend nog ongeveer twee uur gedialyseerd. Om iets voor elf uur ‘s avonds werd hij naar de OK gereden. Ik mocht meelopen tot de schuifdeuren waar we afscheid namen. Een paar uur later werd ik gebeld door de chirurg: de transplantatie was volgens plan verlopen. De eerste dagen na de operatie waren zwaar, maar we voelden ook opluchting en blijdschap. Al na een week mocht hij naar huis om verder te herstellen. 

Terug naar Groningen

De tijd thuis en het gevoel van opluchting waren van korte duur. De pijn waar mijn vriend over klaagde werd erger en ik zag mijn hem steeds verder achteruitgaan. Er is een huisarts gekomen om de situatie te beoordelen en zij heeft een ambulance laten komen. We werden teruggebracht naar Groningen. Daar werd de oorzaak van de pijn niet meteen gevonden. Dat ontdekten ze twee dagen later tijdens een spoedoperatie. Wat er tijdens die operatie gevonden werd, was een nare verrassing: ze vonden een afwijking in zijn dikke darm en hadden twee meter van de dunne darm moeten verwijderen, omdat dat stuk was afgestorven. Die middag mocht ik naar hem toe op de IC waar hij in slaap gehouden werd en aan de beademing lag. Onduidelijk hoe het verder zou gaan.

Nienke en haar vriend in het UMCG.

In totaal zijn we een maand lang in Groningen geweest. Mijn vriend verhuisde van Intensive Care naar Medium Care en uiteindelijk terug naar de verpleegafdeling die we kenden. Ruim een week na de spoedoperatie hoorden we dat de afwijking in de dikke darm een kwaadaardige tumor was; darmkanker dus. De uitslag was op dat moment nog niet compleet, ze wisten nog niet of er voldoende was weggesneden. Twee dagen voor ontslag hoorden we dat alles schoon was weggesneden. Wel moest het onderste deel van zijn dikke darm nog bekeken worden. Dat zouden ze later doen. Eerst maar eens thuis herstellen. 

Tussenruimte

Dat herstel, daar zitten we nog middenin. De stapel kiezelstenen is in de afgelopen tijd nog een paar keer omgegooid. Ook heb ik een aantal Duplo blokjes aan mijn toren van verlieservaringen toegevoegd. De spanning, de vermoeidheid en het verdriet zitten nog in mijn lijf. De eerste tijd moesten we wekelijks terug naar het UMCG, daarna een tijdlang om de week en tussen de laatste twee terugkomdagen zaten voor het eerst drie weken. Herstel gaat in kleine stapjes en niet in een rechte lijn. Een paar weken geleden werden we op zo’n terugkomdag nog met onze neus op de feiten gedrukt: ’Je moet niet vergeten dat je twee grote operaties hebt gehad. Het was een slagveld daarbinnen!’

Tussenruimte

Er is geen ‘normaal leven’ meer om naar terug te keren. Het nieuwe leven is er nog niet. Er is geen terug, noch een vooruit.

Verlieskunst

Rouw

Begin november luisterde ik naar De Verwondering Podcast, naar de aflevering met Roek Lips. Zijn zoon verdween ruim tien jaar geleden in zee aan de Spaanse kust. Zijn lichaam werd nooit gevonden. Roek vertelt in deze aflevering over een periode van intense rouw en hoe hij heeft ervaren dat er zelfs in zijn diepste wanhoop toch altijd iets is dat hem draagt. Aanvankelijk heeft hij een tijd niet gewerkt. Hij heeft ervoor gekozen om de tijd te nemen om na te denken: hoe ga ik me weer tot het leven verhouden wat in geen enkel opzicht meer vanzelfsprekend is. Hij voelde hoe de bodem onder alles weggeslagen is en dat hij zich opnieuw moest verhouden tot alles om hem heen. Hij ervaarde dat rouw echt hard werken is, dat het niet alleen maar afwachten is tot het verdriet minder wordt. Dat het soms ook – letterlijk – door het verdriet heengaan is en momenten toestaan bij jezelf die soms zó diep gaan. 

Ja, dan kom je ook met dingen in aanraking waar je nog nooit mee in aanraking bent geweest. Waar je soms ook van denkt, kom ik hier ooit nog uit? Dan heb ik het echt over heel diep verdriet waar je zo in weg kan zakken dat je momenten hebt dat je je afvraagt of het leven nog zin heeft. Ik herinner me een moment dat ik – en dat is voor mij achteraf een heel belangrijk moment geweest – dat ik het echt niet meer zag zitten. Het regende buiten en ik ben op m’n sokken naar buiten gelopen en heb me letterlijk op de grond laten vallen. Huilend en met de gedachte, hier kom ik niet meer overheen. En het bijzondere van dat moment is geweest dat er dan toch iets is wat je op de een of andere manier draagt. En wat dat is, kan ik niet onder woorden brengen. Maar het was zo’n diepe ervaring. Dat je op de diepste punten van je verdriet ergens door gedragen wordt en dan toch weer verder kan. Dat is voor mij in de rouw echt een keerpunt geweest. Het is een moment waar ik nog vaak aan terugdenk. Het heeft op de een of andere manier een nieuwe soort steun gegeven. 

Roek Lips in De Verwondering Podcast

Kleine dingen

Een hartje op een lantaarnpaal in Grongingen, één van de lichtpuntjes in een tijd van diep verdriet en wanhoop.

Ik heb het vaak gedacht: kom ik hier ooit nog uit? Én herken wat Roek beschrijft; dat er in die diepe momenten van verdriet tóch iets is wat je op de een of andere manier draagt. Dat ’iets’ geeft mij nu ook de kracht om dit blog te schrijven. Ik wil je namelijk heel graag vertellen over kleine dingen en hoe groots die kunnen zijn. Als ik terugblik op het (bijna) afgelopen jaar zie ik de harde klappen die we te verwerken kregen én kleine lichtpuntjes die ons erdoorheen hebben gedragen. Niets kon de situatie op dat moment oplossen of beter maken, maar zonder die lichtpuntjes was het allemaal nog veel harder en donkerder geweest. Ondraagbaar zelfs. Ik herinner me een patiënt die me de kracht van post liet zien, de verpleegkundige die mij in haar armen nam nadat we mijn vriend met spoed naar de OK hadden gebracht, de blik in de ogen van de artsen die daarna naar me toe kwamen, de verpleegkundige die zijn hand vasthield nadat mijn vriend voor de zoveelste keer iets heel pijnlijks moest doorstaan, de allerliefste voedingsassistent die ook voor mij zorgde, de schoonmaakster in het hotel die over mijn arm aaide. De momenten dat ik buiten liep en iemand me alle tijd gunde om een hond te aaien, de vrouw in een koffietentje die zei dat ik welkom was, een barista in een ander koffietentje die een hartje in de havermelk maakte en naar mijn tafeltje bracht. Zelfs de stokrozen in de tuin waar ik dagelijks langsliep, een sticker boven het knopje van een stoplicht, een kat die buiten liep… ik heb er geen woorden voor hoeveel verschil deze kleine ontmoetingen, gebaren en dingen maakten.

Lege handen

In wat ik de afgelopen maanden heb meegemaakt, voelde ik vooral mijn lege handen. Hierdoor ben ik heel erg aan mezelf en mijn kunnen gaan twijfelen. Ons leven was al stormachtig, maar ik leerde een nieuwe diepte kennen. Een diepte waarin dat wat ooit vanzelfsprekend was onbereikbaar voelde. Door het verhaal van Johannes Klabbers werd dat gevoel grijpbaar. Johannes gooide op latere leeftijd het roer om en besloot geestelijk verzorger te worden in een oncologisch ziekenhuis. Hij was daar maandenlang vrijwilliger geweest en liep toen rond met een karretje vol chocola en kranten. Mensen waren blij hem te zien. Zijn eerste opdracht als geestelijk verzorger voelde echter anders. Op de tweede dag van zijn training ’spiritual care’ werd hij een zaal opgestuurd waar drie mensen vreselijk zaten te huilen. Johannes stond daar maar en voelde zich meteen te veel: ‘Wat doe ik hier? Wat heb ik deze mensen nou eigenlijk te bieden in hun verdriet? Wat kan ik überhaupt?’ En is toen weggelopen.

In de tijd dat Johannes vrijwilliger was, voelde het goed om mensen blij te kunnen maken met de kranten en chocola van zijn karretje. Maar als geestelijk verzorger had hij niets. Hij heeft in die eerste weken vaak gedacht: had ik nu mijn karretje maar. Ook ik was mijn karretje kwijtgeraakt. Dat wat tot nu toe vanzelfsprekend leek, was uit handen geslagen. Mijn handen voelden leeg als ik mijn vriend zag lijden en niets kon doen om het lichter te maken. Mijn handen voelden leeg in contact met anderen en miste om te kunnen zeggen: ’ik ben er voor je’. Mijn handen voelden leeg als ik de dingen probeerde te doen die me ooit energie gaven. Nog nooit heb ik me zo vaak klein, nutteloos, tekortschietend en onmachtig gevoeld.

Knoopje

Een knoopje op straat, een herinnering aan het verhaal en de boodschap van Johannes Klabbers.
Knoopje op straat

Johannes vertelt in gesprek met Claartje hoe hij later radeloos liep te dwalen, gefrustreerd en vol schaamte. Hij was nog maar net met zijn nieuwe baan begonnen en voelde hoe hij bij de eerste ontmoeting al behoorlijk tekortschoot. Tótdat hij een klein rood knoopje zag liggen. Via dat knoopje kwam hij plotseling tot een inzicht: dat alles wat er is een unieke aanwezigheid heeft in deze wereld. Ook hij dus op dat moment, terwijl hij voelde dat hij nergens houvast had. Hij begreep dat hij toch tevoorschijn moest komen, daar waar hij was. Zoals hij was, met alles wat hij wel én niet te brengen had. Herinner je je mijn blog over bijzondere knoopjes? Met dat blog wilde ik jou graag een knoopje geven. Ik vroeg je om je al lezend in te beelden dat ik er eentje in je handpalm legde. Heb je het toen ergens ingestopt zodat je het bij je kon dragen? Zit het er nog? Dan wil ik je graag nog een keer herinneren aan de boodschap van Johannes en de woorden van Claartje: ’Daar waar je bent, kun je tevoorschijn komen, met alles wat je wel en niet te brengen hebt. Het is genoeg, je bent al genoeg. Je hoeft het niet steeds weer goed, of meer, of nog beter te doen, je bent goed genoeg zoals je bent.’

Kleine gebaren

‘Ah, kindness. What a simple way to tell another struggling soul that there is love to be found in the world.’ - Alison Malee

Het knoopje is voor mij het symbool geworden van de grootse kracht die in kleine dingen, stappen en gebaren zit. Ik wou dat ik je dát kon laten voelen. De weken na de spoedoperatie waren er veel momenten van wanhoop en diep verdriet. De momenten dat ik niet bij mij vriend was, ging ik eropuit. Op zoek naar… iets. Het waren echt hele kleine dingen die verschil maakten; een glimlach, mooie bloemen in iemands tuin, verrast worden door speciale koffie, iemand die mooie woorden op een WC-deur had geschreven… het waren tekens van hoop en precies wat ik keihard nodig had. En ik weet het zeker: die kracht zit ook in jou! Álles heeft een unieke aanwezigheid in deze wereld… jij ook!

‘Even the subtle ways you move through the world have more impact than you know.’ Een quote van Morgan Harper Nichols.

De aarde bestaat al veel langer dan wij en toch noemen we dit jaar 2022. We zijn er goed in om onszelf heel groots en belangrijk te maken. Maar ik denk dat de mensheid vooral groots is wanneer we kleine dingen doen.

Wanneer we muziek maken, een liefdesbrief schrijven, een vergeten fietslampje uitzetten, afval van een ander oprapen, koekjes voor de buren bakken, een gedicht onthouden en dat jaren later zomaar voordragen, een spin in onze handen vangen en zachtjes buiten zetten, glimlachen naar een passant omdat je weet dat iedereen een eigen verhaal met zich meedraagt.

Lois Kruidenier

Werk van Millimeters

Een dubbele pagina in 'Wij' van Laura van Dolron. 'Het is werk van millimeters.'
Dubbele pagina in ’Wij’ van Laura van Dolron

2022 was voor mij niet alleen het jaar van kleine hoopvolle lichtpuntjes, maar ook het jaar van kleine stapjes. En waar ik soms al vond dat ik kleine stapjes nam, moesten ze toch nog een beetje kleiner. Millimeter voor millimeter. Of kopje voor kopje.

Het is werk van millimeters.

Laura van Dolron in ’Wij

Herschrijven

Dat torentje van kiezelstenen waar ik dit blog mee begon, bouw ik weer steentje voor steentje op. En dat voelt heel kwetsbaar, vooral als de toren instort en ik opnieuw moet beginnen. We moeten ons verhaal dan bijstellen, omdat het buiten onze macht om herschreven wordt en onze horizon verlegd is.

Dat is een moment van kwetsbaarheid. Dat die tranen komen is een sociaal signaal; van wees even voorzichtig met mij, ik ben mezelf aan het herschrijven, dus stoot even niet tegen me aan en zeg vooral geen onaardige dingen en luister even naar mij. 

Mark Mieras in ’Tijd voor de Geest

Het schrijven van dit blog voelt ook heel kwetsbaar, en toch wil ik dit doen. Ik wilde je zo graag vertellen over de grootse kleine dingen en hoe ook jij ze op jouw unieke manier kunt doen.

Met heel veel liefs,

Nienke